Vrienden voor het leven

Teddy Vrijmoet en Ron de Groot over…

Vrienden voor het leven

Boezemvriend, hartsvriendin of BFF. Er zijn veel manieren om een vriendschap, de bijzondere relatie tussen twee personen, te omschrijven. Al is het begrip vriend of vriendin door social media wel aan inflatie onderhevig. Wat is vriendschap en wat zijn vrienden voor het leven? We vroegen het aan Teddy Vrijmoet en Ron de Groot. En nee, het zijn geen vrienden van elkaar.

Tekst Hans Bouwman • Foto Marcel Krijgsman

Als ze je vragen: ‘Hoeveel vrienden heb je?’, zal de een vijf, tien of misschien vijftien mensen opnoemen. Een ander zal verwijzen naar zijn honderden ‘vrienden’ op social media. Ligt dat aan het karakter van die persoon of aan de wijze waarop diegene tegen vriendschap aankijkt?

Wat zijn goede vrienden eigenlijk? “Dat vind ik moeilijk”, zegt Teddy Vrijmoet, directeur van cultuurhuis Lindenberg. “Bij een vriend denk ik aan vertrouwen, eerlijkheid, 100 procent jezelf mogen zijn, reflecteren op elkaar maar niet beoordelen of veroordelen. Maar ook iemand nemen zoals ie is. Er zijn ook een paar mensen die ik liefheb en ik weet niet of dat nu vrienden zijn. Er is wel heel veel respect en we geven heel veel om elkaar. Dat zijn soms ook een soort mentoren, mensen waarmee je hebt samengewerkt en die je opzoekt als je ergens tegen aanloopt. Ik bel dan bijvoorbeeld Piet. Hij is 86 en woont in Amsterdam. Daar heb ik dertig jaar geleden mee samenwerkt en die spreek ik soms jarenlang niet. Met mijn zus Tilde, die elf maanden jonger is, doe ik heel veel samen: wandelen, winkelen, weekendje weg. Noem je dat een vriendin?

Middelbare school
“Vrienden hoeven niet elke week bij je aan de deur te staan”, zegt Ron de Groot, assistent-trainer bij NEC. “Vriendschap bestaat op de momenten dat je het moeilijk hebt of als er iets is en dat je bij die vriend terechtkunt. Niet alleen als het goed gaat, vooral als het wat minder loopt.”

De beste vriend van Ron is Wim die hij bijna veertig jaar geleden leerde kennen. “Hij heeft bij NEC in de jeugd gespeeld. Hij is vier jaar jonger dan ik ben, ik speelde in de A, hij in de B of de C. Mijn vrouw en zijn vrouw waren vroeger vriendinnen, al vanuit hun jeugd, en zo kwam ik hem later weer tegen en is de vriendschap gegroeid. Ik zie Wim zo’n twee keer in de maand, de vrouwen zien elkaar wel twee keer in de week. Die telefoneren vaak en hebben veel contact. We gaan ook regelmatig als stelletjes bij elkaar op visite. In het begin gingen we ook samen op vakantie, naar Spanje of skiën. Dat is minder geworden toen de kinderen kwamen en we verschillende vakantieperioden hadden: ik moest altijd in juni als er niet gevoetbald werd.”

“Dat is bij ons niet zo”, zegt Teddy. “Mijn partner kan goed opschieten met mijn vrienden maar hij kent ze niet eens allemaal. Wij ontvangen niet gezamenlijk mijn vrienden en andersom. Wij hebben ook niet gezamenlijke bridgeavonden of gezamenlijke vakanties. Ik heb geen enorm netwerk aan goede vrienden. Ik heb vijf, zes goede vrienden van wie ik twee mensen vaak zie en anderen niet heel vaak, zoals Tamara die ik al ken sinds de middelbare school. Tamara zie ik eens per jaar of per twee jaar en we verbazen ons weleens dat dat altijd weer meteen oké is. Bij mensen die ik ken, zijn het bijna allemaal langdurige vriendschappen. Ik ben niet van de vluchtige vriendschappen.”

In zijn jeugd maakte Ron wel deel uit van een groep: “Ik ben geboren in een volkswijk, de Wolfskuil, daar hadden we vroeger een vriendengroep. Daarmee gingen we de stad in, we kwamen bij elkaar in het buurthuis, gingen samen kattenkwaad uithalen. Na mijn twintigste werd dat minder. Ik kreeg vriendinnen, ging trouwen, kreeg kinderen. Ik zie ze soms nog weleens in de stad of bij feestjes, maar niet dat we elkaar nog bellen.”

Botsingen
Een vriend of vriendin is vaak een persoon bij wie je terechtkunt als je problemen hebt of ergens mee zit. Bij Ron is dat anders. “Ik ben niet zo’n type die alles uit en op straat gooit. In mijn leven heb ik eigenlijk niks meegemaakt waarvan ik zeg: daar zit ik echt mee, daar wil ik met Wim over praten. Ik ben niet een type dat lang zit te denken over problemen. Ik ga daar heel makkelijk mee om en kan zaken goed scheiden. Zo zit ik in elkaar. Wim komt ook niet bij mij met problemen, misschien omdat hij weet hoe ik ben, vrij nuchter. We hebben ook nooit ruzie gehad. Als ik het ergens niet mee eens ben, zeg ik het wel, maar niet dat ik er heel diep op inga en dat er een bepaald conflict uit ontstaat.”

Teddy geeft toe dat er met vrienden weleens botsingen zijn geweest. “Dat doet pijn, want vaak bedoelde ik het niet zoals het bij die ander overkomt. Ik kan nogal dwingend zijn en direct, dus ik weet dat ik in een vriendschap af en toe moet checken hoe het overkomt.”

Voetbal speelt bij Ron en zijn vriend Wim, ook een oud-eerstelftalspeler van NEC, een grote rol. “Hij houdt ook van de sport en ik ben echt een voetbaldier; ik ben veel op de velden te vinden, ga vaak wedstrijden bekijken en trainingen geven, Wim ook. Regelmatig gaan we samen naar wedstrijden.” Gaat het weleens niet over voetbal? Ron valt stil en denkt na. “Nee, eigenlijk niet, andere interesses zoals muziek is aan ons niet besteed.”

Ron noemt Wim een vriend voor het leven. “Er zijn wel verschillen tussen ons. Hij is heel druk en ik ben vrij rustig. Wim heeft veel vrije tijd en golft veel, ik ben zes dagen per week op het voetbalveld te vinden en soms blij als ik een avondje thuis ben.”

Teddy herkent dat: “Ik heb af en toe behoefte aan rust en leegte om me heen. Als je vraagt of ik altijd klaarsta voor mijn vrienden, nee. In crises wel. Als er iets ernstig aan de hand is, kunnen ze altijd bellen. Dan zal ik er zijn. Als echter een claim wordt gelegd op mijn tijd, dan ren ik heel hard weg. Er zijn wel vriendschappen gesneuveld omdat dat de vorm kreeg van altijd beschikbaar moeten zijn voor praatjes en kopjes koffie, dan haak ik af. Ik heb een vriendin gehad die mij opbelde en zei: ‘dit is nu al de derde keer dat ik jou moet bellen’. Nou, die vriendschap heeft niet lang geduurd. Je bouwt geen vriendschap op een rooster of een agenda.”

Afhankelijkheid
Volgens Teddy moet iemand openstaan voor vriendschap. “Het is ook heel makkelijk om het af te houden. Een paar jaar geleden kwam ik iemand tegen – zij is nu helaas overleden – en wij spraken toen letterlijk naar elkaar uit: ‘wat leuk dat we elkaar tegenkomen, we zouden best vrienden kunnen worden’. Dat ging toen niet omdat we in een soort zakelijke relatie zaten met wederzijdse afhankelijkheid waardoor dat niet handig zou zijn. Nadat die zakelijke constructie was beëindigd, hebben we elkaar weer opgezocht.”

Vriendschappen die op het werk ontstaan, komen binnen het betaalde voetbal vrijwel niet voor, vertelt Ron. “Ik kan eigenlijk geen vriendschappen noemen die zijn ontstaan in de betaalde voetballerij. Vroeger bleven spelers veel langer bij een club, daar had je wel een langere band mee. Er waren ook meer spelers afkomstig uit de regio, zoals in mijn tijd Frans Janssen en Toon Willemse. Als spelers of trainers vertrekken, heb ik in het begin meestal nog wel contact, maar dat verwatert vervolgens. Mario Been (voormalig trainer van NEC, HB) spreek ik nog regelmatig en kom ik tegen langs het veld. Af en toe hebben we contact via de app, maar als de mobiele telefoon er niet was geweest, was dat ook een stuk minder.”

Klankbord
Teddy zou niet zonder vrienden kunnen zegt ze. “Vriendschap vergt wel enige mate van onderhoud; ik heb echter absoluut vrienden nodig. Ze spelen allemaal een eigen rol in mijn leven en die is bij iedere vriend anders. Ze zijn mijn hulplijn of mijn klankbord. Ze zijn ook nodig om mijn wereldbeeld te vormen. Ik kan me voorstellen dat je wel iets tegen je vriend of vriendin zegt, wat je niet tegen je partner vertelt. Over mijn relatie zal ik dan weer niet gauw met een vriendin praten, dat hou ik onder ons.”

Ron: “Als een vriend wegvalt, mis je ook een gedeelte van je verleden dat je niet meer terugkrijgt. Moet je werken aan vriendschap? Dat is er gewoon denk ik. In welke richting zou je je best moeten doen? Je bent zoals je bent. Misschien wel als je wat meer discussies met elkaar hebt.  Dat heb ik niet. Ik maak het niet moeilijker dan het is.”



LEES SPRINGLEVEND024 ONLINE!