Nuilen & huilen: Bastei

Bastei

Voormalig horeca-ondernemer Bart Kouwenberg is een geboren en getogen Nijmegenaar. Hij houdt van de natuur en reizen, schrijven en fotograferen. Over zijn geliefde stad heeft hij altijd wat te nuilen, soms met een lach, soms met een traan.

Nijmegen en de Waalkade zijn een bezienswaardigheid rijker. De Bastei, museum voor natuur en cultuurhistorie, is nu ruim een half jaar open. Hoewel, de Bastei, van oorsprong een verdedigingstoren uit de 16e eeuw om mensen buiten te houden, lijkt zijn naam anno 2018 nog steeds alle eer aan te willen doen. Aan de kant van de Waalkade, waar je na de groene verbouwing van de kade ook mensen hoopt te trekken, zit namelijk geen enkele deur of raam. Bovenin een uitzichttorentje van glas. Naar binnen kijken lukt niet. Een metershoog stenen gedrocht is het geworden.

Eerlijk is eerlijk. Aan de achterkant, met uitzicht op de Sint-Nicolaas kapel, is een fantastische uitstraling en ingang gecreëerd. Maar aan de voorkant, de Waalkade, is er een bunker van gemaakt. Een passant die niet weet wat er zit, loopt het nieuwe museum straal voorbij. Een briefje voor liefhebbers en bezoekers van de Bastei hing in de eerste weken al bij de buren voor de ramen.  “Gelieve om te lopen”. Daarna heeft wekenlang een enorm spandoek de Nijmegenaar en bezoekers van onze stad erop gewezen dat het museum geopend is. 

Verbaasd ben ik. Daar waar de commissie beeldkwaliteit elke simpele kleuraanpassing al afkeurt, wordt op ‘de Steengroeve aan de Waal’ een stenen gesloten bakbeest gebouwd. Niet met oude middeleeuwse stenen of dito uitstraling, maar met de oranje klinkers die ze volgens mij nog over hadden van de bestrating in de Broerstraat uit de jaren ’90.

Mensen uitnodigen voor een bezoek begint bij toegankelijkheid en zichtbaarheid. Uitstraling begint bij openheid. Dat is hier volledig tenietgedaan. Het oude verleden terug laten keren, prima.  Maar wanneer je een spandoek nodig hebt om je bezoekers te vertellen dat je open bent is dat de goden verzoeken om de begroting niet sluitend te krijgen. Volgens mij is het Valkhofmuseum met zijn ontoegankelijke uitstraling toch een hele dure en wijze les geweest, zou je denken.

60.000 bezoekers zijn jaarlijks nodig om het hoofd boven water te houden. Dat zijn bijna net zo veel bezoekers als het Valkhofmuseum met al zijn exposities in 2017 had. Ik zou nog even snel een stukje muur openbreken aan de kant van Waalkade. Mooie glazen pui eraan met een deurtje erin. Anders kan er binnenkort in het natuurmuseum met kleiletters in zes talen ‘Gelieve om te lopen’ in elkaar geknutseld worden. Of: ‘Wij zijn gesloten’.



LEES SPRINGLEVEND024 ONLINE!