Mannen & motorolie

Mannen & motorolie

Willem Barends uit Nijmegen en Bart Kuhnen (beiden 65) stonden aan de wieg van De Heeren Sociëteit der Techniek, acht motorsleutelaars in een boerenschuur. Voor Springlevend024 deden ze zowel een boekje als de schuurdeur open.

Tekst Leo Eijkhout Foto Ralph Schmitz

Kerels zonder poeha, die van de Sociëteit. Zelf noemen ze het: een mooie naam voor een hobbyschuur vol wielen. Hoe ze aan die naam komen? De zus van een van hen deed iets grafisch en wilde wel een naam plus logo ontwerpen. Ze zette er zelfs een Latijnse wapenspreuk boven: Compesce Mentem. Latijn voor: ‘bedwing uw drift’, waarmee ze waarschijnlijk wilde zeggen: rij niet zo hard. Begin jaren tachtig begonnen de vrienden Willem en Bart met het gesleutel, de geboorte van wat langzaam uitgroeide tot de huidige club. Af en toe kwam er – op voorspraak – een lid bij en na enkele verhuizingen zitten ze sinds 2007 in de huidige mancave, in een dorp onder de rook van Nijmegen. Daar resideert de Sociëteit in een boerenschuur, waar ze een paar keer per week ‘schuuravond’ houden. De motoren bevinden zich in alle staten, sommige ontleed in duizend onderdelen, andere kunnen zo naar een motor-expo. Op zo’n avond wordt er naar hartenlust gesleuteld en gereviseerd. Meestal…, want soms zijn ze meer een praatclub. Dan druppelt het spul binnen en gaat de opstartkoffie al babbelend over in het slotbiertje. Ze hebben allemaal verschillende achtergronden, dus ze hebben elkaar ook best wat te vertellen. En anders heeft er nog wel eentje een sterk verhaal.

Stuk voor stuk hebben ze twee rechter handen, deze Heeren. Zoals Willem Barends, die al jong bekend was met techniek. Als werktuigkundige bij de marine voer hij over de zeven zeeën. Hij vertelt er graag over. Bijvoorbeeld over hoe zijn laatste onderzeebootjager, de Hr. Ms. Groningen, werd verkocht aan de Peruaanse marine. Willem werkte de nieuwe bemanning in. “Een proces van een half jaar”, vertelt hij, “maar ze spraken geen woord Engels en op enige technische kennis waren ze ook niet te betrappen. Op de laatste dag voeren we onze territoriale wateren uit, gaven hen de contactsleutels en gingen we schielijk van boord.” Zijn maten dollen: “Willem, jij zat toch op een duikboot? Knap hoor, vooral als dat ding onder water gaat”. De lach is bij dit illustere gezelschap nooit ver weg.

Verlies
Alhoewel, soms toch wel. Zoals in 2018, toen Michael, de broer van Bryan, ziek werd. Er brak een periode aan dat er meer gepraat werd dan gesleuteld, vooral toen duidelijk werd dat Michael niet meer zou herstellen. Juni naderde, de maand waarin de wereldberoemde TT op het Engelse Isle of Man wordt verreden, het mekka voor iedere motorfan. De mannen gunden Michael van harte een laatste bezoek aan deze wegrace, maar het was de vraag of hij dat nog aankon? De reis per motor afleggen ging hem sowieso niet meer lukken, dus wat was wijsheid? Toen schoten de vrouwen van Bart en Bryan te hulp. Zij reisden met Michael per vliegtuig om hem zo comfortabel mogelijk naar het eiland Man te krijgen. De anderen gingen per motor vooruit en – vraag niet hoe – het lukte. Michael haalde het circuit, hij zag delen van de race, maar even zo vaak moest hij tussendoor rust nemen. Het waren mooie maar emotionele en intensieve dagen. Hun gastvrouw bleek in een hospice te werken en was extra begaan met Michael. Zij legde contact met de vliegmaatschappij, waardoor hij gedurende de hele terugreis special assistance kreeg: overal voorrang en extra comfort voor hem en zijn begeleidsters. Een paar weken later zag Michael zelfs nog de TT in Assen, maar dat zou zijn laatste clubuitje zijn, niet veel later overleed hij. Hij werd 55 jaar, het verlies was een hard gelag voor de zachte harten van de clubleden. Maar al is Michael uitgesleuteld, zijn portret hangt nu prominent bij het barretje, van waar hij toekijkt op het geknutsel van zijn kornuiten.

Vrouwen? “Die zijn welkom”, zegt Bryan, “maar niet te lang, want we ruimen niks op en daar hebben vrouwen een hekel aan”. Maar in één adem roemt hij nog eens de wereldactie van de twee vrouwen die zijn broer naar Man brachten. De cave is inderdaad een doolhof van onderdelen, gereedschap en rommel, plus een bonte verzameling reclameborden en motorparafernalia. En natuurlijk de onvermijdelijke, levensgrote foto van Tatjana op haar bevalligst. Of de mannen onder elkaar ooit akkefietjes hadden? “Woorden bedoel je? Wij? Nooit! Hooguit intelligente discussies”, zegt Ton. “Daarom hebben we ook geen bestuur”, zegt Marcel. Vanachter een motorblok reageert Bart direct: “Hoho, jullie ontnemen me niet zo maar m’n voorzitterstitel, hè?” En prompt start hij de motor en brult de schuur vol uitlaatgassen en decibellen. “Ballotage, daar doen we ook niet aan”, aldus Willem. “Simpel”, zegt Marcel, “er komt gewoon niemand bij”. Zelfs een penningmeester hebben ze niet. Een Guinnesblik-met-muntgleuf is de clubkas. Simpele dingen houden ze graag simpel, ze komen hier voor hun plezier.

Buitenland
Jaarlijks rijden De Heeren in wisselende samenstellingen een keer naar een bestemming, ergens in Europa. Zoals naar Polen, waar Bart uit een bocht vloog en in een bietenveld landde. Dat kostte hem een paar breuken en een operatie in een Pools ziekenhuis, waar ze zijn schouder weer in elkaar schroefden. Volgens de anderen hadden ze daar maar één boutmaat, “dus die hebben we met de haakse slijper effe passend gemaakt”. Dit jaar gaat de reis naar de Superrally van Harley Davidson in Zweden. “Man, dat is echt kicken, zo’n veld met een paar duizend motoren”, mijmert Bryan. “Maar we snuiven ook cultuur hoor”, relativeert Johan en Joris valt hem breed grijnzend bij: “Zoals toen Max Verstappen in Barcelona de Formule 1 won en FC Barcelona een dag later landskampioen werd.”

Waar ze dan niet van houden? “Van politiek”, bromt Bart en honend noemt hij de bromfietsregeling van de gemeente Nijmegen: “Als je je oude brommer laat slopen, krijg je 400 euro. Ik ken iemand, die heeft wel honderd ouwe wrakken op naam gezet en ingeleverd. Sukkels.” En weer klinkt er een lachsalvo in de schuur.



LEES SPRINGLEVEND024 ONLINE!