23 mrt Leven na verlies: ‘Rouwen is hard werken’
Leven na verlies:
‘Rouwen is hard werken’
Verdriet na verlies gaat niet over. Rouwverwerking is dus eigenlijk een vreemd woord, volgens psycholoog Manu Keirse, want je verwerkt het verlies niet, je leert er enkel mee leven. Dat is precies wat Arna Lemmen (54) en Richard Heuveling (50) proberen te doen na het verlies van hun partner.
Tekst Marlies Mielekamp • Foto’s Ralph Schmitz
Het is ruim een jaar geleden dat de partner van Arna Lemmen, Theo, overleed. Ofschoon hij al een tijd chronische leukemie had, kwam het einde toch onverwacht snel. “Die laatste weken, daar krijg ik nog steeds een knoop in mijn buik van. Maar zijn afscheid was een waardevolle dag, beter had niet gekund. Ik had mijn beide kinderen gezegd: ‘als je nog iets wilt zeggen, dan moet je dat nu doen’. Dat hebben ze gedaan en het bleek dat je eigen woorden geven aan het afscheid, erg fijn kan zijn.” Die kinderen zijn natuurlijk hun vader kwijt. “Dat maakt het dubbel zwaar, want ieder heeft zijn eigen verdriet. Je denkt vooraf dat je rouwt met elkaar, maar het is een illusie dat je altijd steun aan elkaar hebt. Dat kan niet, want dan zou er geen ruimte zijn voor je eigen verdriet. Natuurlijk doe je dingen samen en kan je veel delen, maar het blijft je eigen proces.”
Richard Heuveling hoorde in mei 2021 samen met zijn vrouw Pien dat ze longkanker met uitzaaiingen in haar lever en hersenen had en dat het een aflopende zaak was. “Nadat we elkaar later in het leven hadden ontmoet, hadden we ons leven samen op de rails. Het voelde dan ook onrechtvaardig toen we de prognose kregen dat ze met levensverlengende behandelingen hooguit nog zes tot negen maanden te leven had. Dat het uiteindelijk veertien maanden werden, was een fijne bonus.”
De eerste dagen na haar dood, leefde Richard in een roes. “Zo gauw ze wist dat ze terminaal was, heeft Pien voor mij een draaiboek voor haar afscheid gemaakt. De planning was dat tijdens dat afscheid een aantal mensen haar levensloop zouden vertellen vanaf haar geboorte tot haar tijd met mij. Ik wist niet of ik het kon, had zelfs mijn deel van de toespraak al aan de begrafenisondernemer gegeven zodat hij het kon doen. Tot Dex, het oppaskind van Pien naast me kwam zitten en me allerlei vragen stelde. Daarmee verdween de spanning en lukte het me toch.”
Steun van naasten
De eerste tijd na de dood van hun partner waren Arna en Richard vooral bezig met allerlei praktische zaken te regelen. “Je bent constant aan het bellen en je merkt dat mensen spastisch reageren als er iemand overleden is”, vertelt Arna. “Maar er was ook iemand die zei: ‘wat knap dat u zelf belt’. Het is fijn dat iemand erkent dat je het moeilijk hebt. Achteraf gezien, had ik bij dat regelen graag een sparringpartner gehad. Het zou goed zijn om met een naaste om de zoveel tijd een afspraak te maken en samen te kijken hoe de regelzaken verlopen.”
In het draaiboek van Pien stond ook waar het zwarte boekje lag met al haar gegevens. Richard: “Toen ik dat opendeed stonden rechts haar BSN-nummer en allerlei andere informatie. Links stond: ‘Ik hou van jou!’. Toen brak ik wel even… De eerste weken zonder Pien waren zwaar, maar ik werd gedragen door de mensen om me heen. Zij haalden me bijvoorbeeld op om haar bankrekening op te zeggen, de moeder van Dex bracht de dag na het afscheid een tasje met eerste levensbehoeften en anderen vroegen me te eten.”
Ook Arna ondervond veel steun van haar naasten. “Mijn broers en zus stonden me vaak bij, daarnaast werden bepaalde vrienden bijna familie. Ik merkte toen: ik heb geen partner, maar ben niet alleen. Toen Theo een jaar overleden was, hebben we met die mensen een herdenkingsborrel gehouden met bier en bitterballen. In plaats van kaartjes kon ik op deze manier mensen bedanken voor hun steun.”
Muziek kan helpen
Waar Arna veel aan had, was het bijwonen van een lezing van Manu Keirse, een autoriteit op het gebied van verlies en verdriet. “Hij maakte duidelijk dat je een rouwproces niet kunt indelen in fases. Alle emoties die je overspoelen zoals woede, verdriet, onzekerheid en piekeren kosten bergen energie. Rouwen is hard werken. Ook vertelde hij dat het vooral belangrijk is om te luisteren naar degene die rouwt. Juist die mensen zocht ik op.”
Ook muziek hielp Arna. “Ik heb een troostlijstje gemaakt dat ik ‘Hartepijn’ noemde. Toen ik alleen met de trein naar kennissen in Zwitserland reisde, heb ik de hele reis met die muziek in mijn oren zitten huilen.”
Ze is blij dat ze tijd heeft genomen om te rouwen. “De eerste tijd heb ik niet gewerkt. Soms liep ik met de hond door een weiland en schreeuwde het uit van verdriet, bijna wanhopig. Toen ik weer ging werken, heb ik een mail naar mijn collega’s en cliënten gestuurd waarin ik ze vertelde me niet te vragen: ‘hoe gaat het met je?’. Zeg liever: ‘wat fijn dat je er weer bent of sla je arm om mijn schouder’, vroeg ik ze.’
Nog niet aan het opruimen
Omdat Piens jongste zoon in 2016 was overleden door een verkeersongeval, stonden ze daar met zijn vrienden een paar keer per jaar bij stil. Richard: “Dat hebben we onlangs ook gedaan op de verjaardag van Pien. Ik ben met haar oudste zoon bij Piens vader wezen eten. Daar kon ik mijn emoties uiten, maar dan ga je daarna terug naar dat lege huis en is er niemand waar je aan kan vertellen hoe fijn het was.”
Pijnlijk was de eerste tijd ook dat Richard als hij binnenkwam Piens jassen weer zag hangen. “Daar werd ik telkens zo verdrietig van dat ik haar jassen heb weg gehangen. De keer daarop toen ik thuis kwam en die lege kapstok zag, deed het nog veel meer pijn… Ik heb pas twee weken geleden haar shampoo en cosmetica opgeruimd. Verder houd ik nog geen grote opruiming, maar ik doe af en toe eens wat, want het doet steeds weer pijn.”
Bij Arna hangen de jassen en staan de schoenen van Theo nog altijd in de hal. “Ofschoon het steeds weer confronterend is, wil ik die niet weg doen. Ook onze twee kinderen zijn daar nog niet aan toe.”
Leven verder invullen
Niet alleen Arna’s partner overleed, even daarvoor overleed haar vader en vlak daarna haar moeder. Arna: “Vooral na de dood van Theo is alles veranderd. De combinatie is weg. Niet meer met zijn vieren aan tafel, niet meer iemand naast je in bed, geen fijne gesprekken meer. Dat is heel zwaar. Maar hoe langer het geleden is, hoe meer rust ik begin te ervaren.”
“Bij mij is het nog niet echt ingedaald”, vertelt Richard voor wie Piens dood pas een half jaar geleden is. “Ik weet dat Pien er niet meer is, maar ben nog bezig uit te zoeken hoe ik mijn leven verder moet invullen.”
‘Iedereen heeft zijn eigen rouwproces’
Soms is rouw zo heftig dat mensen vlak na de dood van hun geliefde al bij me komen. Vaak komen ze pas na twee of drie jaar, omdat ze vergeten zijn stil te staan bij hun rouw. Het verdriet overspoelt ze dan, ze hebben concentratieklachten, slapen slecht en voelen zich down. Je kunt rouwen niet indelen in stadia, iedereen heeft zijn eigen rouwproces. Natuurlijk zijn er overeenkomsten zoals ‘omgaan met het verlies’ en ‘hoe pak ik mijn leven weer op’.
Intuïtief schrijven kan daarbij helpen en mediteren en wandelen. Het is ook fijn om ervaringsverhalen te lezen of boeken die over rouw gaan. Soms komen hier ook families omdat de onderlinge relaties totaal veranderd zijn. Dan werk ik met familieopstellingen. Degene die rouwt wordt geconfronteerd met het besef dat de overledene er niet meer is. Hij of zij moet leren verder te leven met het gemis en de herinneringen. Vaak wordt tegen hen gezegd: ‘je moet het loslaten’. Ik zeg altijd: ‘je moet de ander opnieuw leren vasthouden. Je leven oppakken terwijl het verlies een plek
in je hart krijgt’.
Therapeut en coach Ietje Deutz uit Nijmegen begeleidt o.a. mensen bij verlies.
www.ietjedeutz.nl