02 apr ‘Ik heb iemand een tweede kans in het leven gegeven’
‘Ik heb iemand een tweede kans in het leven gegeven’
De vraag is vele malen hoger dan het aanbod, de wachtlijsten voor een niertransplantatie zijn dan ook lang. Nijmegenaar Roeland Loosen (58) besloot hier wat aan te doen en anoniem een nier af te staan.
Tekst Yolinde Hoogendoorn • Foto Anita Pantus
“Het begon in 2016 tijdens de kerstdagen, een periode waarin je automatisch meer bezig bent met zingeving. In de Volkskrant las ik een verhaal van Marcel Levi, toen nog internist en bestuursvoorzitter bij het AMC. Een man die net iets jonger is dan ik, met een actief leven en in goede conditie. Hij had anoniem een nier afgestaan en het leven van een wildvreemde daarmee compleet veranderd. Levi zei in dat interview: ‘Je moet weggeven wat je kunt missen’. Dat resoneerde in me en het verhaal liet me de weken daarna niet meer los. Het zette me uiteindelijk aan, me ook aan te melden als donor.
Je kunt met één gezonde nier gewoon oud worden, dat je er twee hebt, is eigenlijk een weeffoutje van de natuur. Maar een nier afstaan is een ingrijpende beslissing en voor een donor niet zonder risico. Bij het Radboudumc werd ik ontzettend goed begeleid. De voorlichting is grondig en alle mogelijke scenario’s, ook de minder leuke, worden met je doorgenomen. Om geschikt te zijn als donor moet je aan strenge gezondheidscriteria voldoen. Na de intakegesprekken volgde uitgebreid lichamelijk onderzoek.
In november 2017 ging ik uiteindelijk onder het mes. Vlak voor mijn operatie postte ik vanuit het ziekenhuis een bericht op Facebook. De vele reacties ontroerden me. Pas toen besefte ik echt hoeveel mensen in hun omgeving te maken hebben (gehad) met nierfalen. Schokkend dat het daarbij ook om veel jonge mensen gaat. De impact van falende nieren op je leven is enorm. Je moet meerdere uren per dag – soms wel drie keer per week – dialyseren. Je hebt nauwelijks energie om te studeren of te werken. Het ontwricht je hele leven. Met een nieuwe nier gaat er een wereld open, niet alleen voor de ontvanger, maar ook voor diens nabije omgeving: die zijn af van het zorgen.
Mijn operatie ging voorspoedig. Gelukkig, want je hoort weleens andere verhalen. In het ergste geval gaat je kwaliteit van leven als donor achteruit. Soms wordt de nier door het ontvangende lichaam afgestoten. Dat zijn allemaal overwegingen die je meeneemt. Gelukkig gaat het in veel gevallen ook goed. Bij wie mijn nier is terechtgekomen, weet ik niet. Dat is goed zo. Mensen staan niet voor niks op de wachtlijst en je gaat ervan uit dat ze zorgvuldig met ‘jouw’ gedoneerde orgaan omgaan.
Iemand die rookt als een ketter en stevig drinkt, komt volgens mij sowieso niet in aanmerking zonder een drastische verandering in levensstijl. Dat is ook niet waar je de focus op moet leggen. Ik heb iets gedaan wat ik belangrijk vind en de kans is groot dat ik iemands leven daar positief mee heb veranderd. Ik weet dat ik iemand een tweede kans in het leven heb gegeven. Spijt heb ik geen moment gehad. Als het kon, zou ik het zo weer doen.”