‘Het mooiste is en blijft wasmachines verkopen’

‘Het mooiste is en blijft wasmachines verkopen’

Je kunt Paul van Schaijik (54) met recht een kleurrijk figuur noemen. Hij is bij menigeen bekend van de witgoedketen Leo van Schaijik, maar heeft ook vele zijwegen bewandeld. Zo beklom hij de Kilimanjaro en houdt hij onder meer van zingen, Strong Viking en ijsbaden nemen. Het mooiste is en blijft echter: wasmachines verkopen.

Tekst Hans Bouwman Foto Ralph Schmitz

Bij het maken van een afspraak waarschuwt Paul van Schaijik al dat hij een ongeleid projectiel is. Tijdens het gesprek in The Gym Society in Nijmegen – waar Van Schaijik twee keer per week sport – blijkt dat hij vaak zijwegen inslaat om, op een aanstekelijke manier, zijn verhaal te doen. Maar dat geldt ook wel voor zijn leven.

“Ja, elke dag is bij mij anders. We hebben deze afspraak gemaakt en die staat dan. De rest van de dag is het heel moeilijk om te bekijken waar het naartoe gaat.”

Van Schaijik is bij velen bekend van de witgoedketen Leo van Schaijik – “wasmachines verkopen is het mooiste dat er is” – maar is op nog veel meer fronten actief geweest. Hij beklom de Kilimanjaro, stond op de achtergrond mee te sporten bij Nederland in Beweging van Olga Commandeur, was sidekick bij Rob Stenders op 3FM, (toen nog) Zwarte Piet bij het Sinterklaasjournaal, maakte enkele cd’s en durft gerust in een ijskoud bad te springen. Dat heeft hij geleerd van ‘The Iceman’, Wim Hof, een goede bekende van hem. Tegenwoordig houdt Van Schaijik zich onder meer bezig met het verkopen van drankjes als Birjuice, berkensap, en netwerken bij de ondernemersclub OSRN.
Van Schaijk is ook de man van achter het idee voor sportevenement Strong Viking. “Een van de regels, die ook voor mijn leven geldt, is dat het geen race is, maar een challenge.” Als een mantra somt hij de andere vier regels op: geef niet op, overwin je angsten, help elkaar, en als het doel bereikt is, proost op het leven.

“Ik vind heel veel dingen leuk en zeg bijna overal ‘ja’ op, dan kom je op verschillende lijnen uit. Ik heb geen focus, ik heb geen specialisme. Dus als mensen mij iets vragen, dan denk ik, ja, dat is goed. Ik probeer het wel te regelen en meestal lukt dat. Het is pas mislukt als je het niet geprobeerd hebt.”

Plezier maken
Die laatste opmerking maakt Van Schaijik vaker. Het typeert hem, want wie zijn levenswandel bekijkt, ziet dat hij heel veel heeft geprobeerd. “Mislukt is nog nooit iets”, zegt hij met overtuiging. “Wel dat het niet aan het verwachtingspatroon van mensen heeft voldaan. Of het nu op het gebied is van een liedje dat je hebt uitgebracht, een evenement waarvan je had gedacht dat het iets meer zou worden. Maar uiteindelijk is het altijd succesvol geweest, op een hoger of lager niveau. Mislukt is per definitie nooit iets. Als je veel verschillende dingen doet, hoeft het niet allemaal van topniveau te zijn. Er hoeft geen winnaarsmentaliteit te zijn, het hoeft geen hogere wiskunde te zijn, gewoon gezellig zijn en plezier maken, dat is het belangrijkste.”

Internaten
Paul van Schaijik is een echte Brabander, hij woont in Beers, maar voelt zich, door zijn werk en activiteiten, helemaal thuis in Nijmegen. “De noordelijkste stad van het zuiden.” Hij werd 54 jaar geleden geboren in Ravenstein, groeide op in Beers en zat vanaf zijn twaalfde op internaten en kostscholen. Hij groeide op in een gezin met een jonger zusje, Yvonne, en een vader en moeder die, zoals hij zegt, altijd bezig waren met de winkel. Die winkel is Leo van Schaijik, aanvankelijk in Beers, maar later uitgegroeid tot een keten met bijna 230 medewerkers en met veertien elektrowinkels in onder meer Cuijk, Nijmegen, Arnhem, Venlo, Zutphen, Apeldoorn, Nieuwegein en met de Elektrokoopjes onlinewinkels.

“Onze pap had weinig tijd voor mij, voor Yvonne misschien iets meer omdat zij jonger was. Ik ben al snel naar een internaat gegaan, toen ik 11, 12 jaar oud was. Dat was fantastisch, we hebben een geweldig mooie tijd gehad daar. Want daar kreeg je wel de aandacht die je als kind een klein beetje nodig had. Een optie was dat er iemand in huis kwam om met mij thee te drinken en te helpen bij het huiswerk. Dat zag ik helemaal niet zitten. Ik wilde meer broertjes en zusjes.”

Hij kijkt met tevredenheid terug op die periode. “Ik heb een fantastisch mooie jeugd gehad.” Nog steeds heeft Van Schaijik contact met zijn ‘broertjes en zusjes’ van De La Salle in Stevensbeek. “En iedereen die ik spreek, heeft daar zeer positieve herinneringen aan overgehouden.”

De kleine Paul was, zoals hij zegt, een heel druk jongetje. “Ik was altijd aan de gang. Ons pap was ook altijd aan de gang. Ik had een heel drukke, gezellige vader. Hij deed leuke dingen met ons. Als we op vakantie gingen, dan gingen we naar een camping. Ons pap reed dan een uurtje of tweeënhalf rond en dan dachten we dat we in de Ardennen waren of ver in Duitsland, maar dan zaten we op Eldorado. Dat was ook gezellig hoor. En elke morgen gingen ons pap en mam naar de zaak toe…”

Op zijn zestiende vertrok Paul, omdat hij graag Engels wilde studeren, naar Engeland voor een studie aan de Churchill High School. Hij kwam daar op een internaat in Ramsgate terecht. “Daar wilde je eigenlijk niet dood gevonden worden. Boring.”

Nadat hij terugkwam uit Engeland heeft hij geprobeerd nog iets op de middelbare detailhandelsschool te leren, “maar ik kan je vertellen, dat is geen succes geworden”.

Het was al vroeg duidelijk dat Paul ook in de zaak van zijn ouders zou gaan werken. Om het vak te leren ging hij werken bij Witgoedzaak Jan Pompen in Wamel – “fantastische kerel” – en hij deed er niet alleen werkervaring op maar ontmoette er ook de dochter, zijn latere partner. Vervolgens ging hij uiteindelijk aan de slag in de zaak van zijn ouders.

Zelfvertrouwen
Dat deed hij met veel plezier, al waren er ook nare momenten. “Als je een winkel had vol met camera’s, videorecorders, minidiscspelers, spul dat veel geld waard was, dan werd er regelmatig ingebroken. En dat zijn geen leuke momenten.”

Van Schaijik vertelt over een zeer gewelddadige overval op het filiaal in Cuijk, begin jaren negentig. “Sommige dingen hakken er enorm in. Als je een overval meemaakt waarbij je beide ouders en een oom in het ziekenhuis belanden en jezelf bloedend op de grond ligt, dat is heftig, daar word je niet vrolijk van. Ik ben er wel goed uitgekomen en er uiteindelijk sterker van geworden.”

Het emotioneert hem als hij vertelt dat hij, een dag nadat het was gebeurd in de zaak een bericht op Teletekst stond te lezen, toen een klant hem op de schouder tikte en hij vervolgens huilend op de grond viel. De gevolgen van de overval waren groot: hij durfde niet meer thuis te slapen, had een tijdje beveiliging en was te bang om nog naar een café of bioscoop te gaan. Met deskundige hulp probeerde Van Schaijik zijn angsten te bestrijden, onder meer door te gaan boksen. “Ik heb daardoor veel zelfvertrouwen gekregen; ik ben van niemand meer bang.”

Topkerel
Eind jaren negentig namen Paul en zijn zus Yvonne de winkelketen van hun vader over; in 2011 verkochten zij de zaak aan hun neven die werkten onder de naam De Harense Smid. “De zaak verkopen, was vreselijk, heel moeilijk. Ik heb er lang over nagedacht. Maar als de kans langskomt dat je kunt verkopen aan familie, doe je dat liever dan aan een buitenstaander.”

Daarmee kwam een einde aan het levenswerk van zijn vader. “Ik ben naar ons pap gegaan, samen met mijn zusje, om te vertellen dat we de boel over zouden gaan doen aan de familie. En toen zei hij: ‘Paul, als jij denkt dat dit een goede keuze is, dan moet je dan doen. Op tijd stoppen is ook ondernemen’. Ik had een fantastische vader, hij liet me enorm vrij in alles wat ik deed. En hij liet me ook fouten maken. Een topkerel.”

Leo van Schaijik overleed in 2021 op 77-jarige leeftijd. Zijn zoon mist hem tot op de dag van vandaag. “Ons pap was een keiharde werker, een vrolijke man, nooit chagrijnig, altijd opgeruimd, altijd netjes. Ik mis hem enorm. Het was niet alleen mijn vader, maar ook mijn vriend.” Het gemis is van het gezicht van Paul van Schaijik af te lezen.



LEES SPRINGLEVEND024 ONLINE!