21 mei Feuilleton #1: De moeizame redding van weeskind Tim
De moeizame redding van weeskind Tim
Wie 67 jaar is en de kinderen het huis uit heeft, zoals journalist en muzikant Rob Vunderink, heeft in de regel geen kinderwens meer. Tot het 9-jarige Russische neefje van zijn vrouw Lena in een weeshuis terecht dreigt te komen. Dat nooit, besluit het echtpaar resoluut in aflevering 1.
‘Tim moet naar een kindertehuis”, zegt Lena, mijn eega, op een voorjaarsdag in 2017, nadat ze thuis in Duitsland de telefoon had neergelegd. Haar hoogbejaarde moeder in Moskou meldt dat Tim, het 8-jarige zoontje van de jongste zus van mijn vrouw, door Jeugdzorg is weggehaald toen zijn moeder hem weer eens stomdronken van school was komen halen.
„Naar een weeshuis?”, zeg ik. „Dat nooit. We nemen het kind in huis.”
„Waar je zin in hebt”, zeggen generatiegenoten van ons in Nederland. „Ik zou er niet aan moeten denken.”
„Waarom niet?”, reageert de uitzondering op de regel, een vriend die net als ik achter in de zestig is. „Kinderen zijn toch leuk.” Net als ik is hij opa en regelmatig past hij op zijn drie kleinzonen. Niet dat dat gemakkelijk is. Zijn dodelijk vermoeide reactie, onlangs na een oppassessie: „Ik ben gedrieëndeeld.”
Welkom
We hebben onze eigen kinderen opgevoed en weten uit ervaring dat een kind geen meubelstuk is en dat we de handen vol zullen hebben aan dat eigenwijze stuk vreten. Maar Tim is welkom, we halen hem naar Duitsland, waar wij wonen, net over de grens bij Nijmegen.
De moeder is al vaker vanwege de fles uit de ouderlijke macht gezet. Hemel en aarde had ze daarna bewogen om haar kind terug te krijgen. „Ik ben van de drank af. Alsjeblieft, alsjeblieft, geef hem me terug.” Eigenlijk tegen beter weten in lieten de Moskouse Jeugdzorg en de rechter zich in november overhalen. Rechters hebben de neiging om bestaande gezinsrelaties in stand te houden.
In maart is het dus alweer mis. Na nieuwe scènes van dronkenschap op het schoolplein, waarbij de laveloze moeder haar zoon zelfs kwijtraakt, brengt de politie het kind naar een kindertehuis. Daar haalt zijn oudste tante hem op, maar ze kan de zorg niet aan. Haar man van 73 is drie jaar eerder verlamd geraakt door een beroerte en de jongen is zo druk en lastig als een kind hoort te zijn. Als niemand anders het kind neemt, zal ze het naar een weeshuis brengen. Nu zijn de middelste zus – mijn vrouw – en ik aan zet.
Stempels
Helaas gaat dat zomaar niet. Tussen ons en het neefje loopt een dikke vette grens: die tussen de EU en Rusland. Eerst gaat zich een hele kudde Russische ambtenaren met de zaak bemoeien. Stempels en handtekeningen moeten er komen, de wieken zullen op toeren komen en wij mogen Don Quichotte gaan spelen. En straks komt Duitsland nog. Waartoe ze daar in staat zijn, weten we van Kafka.
Ook kan de Russische rechter opnieuw besluiten de bestaande gezinsrelatie te continueren. Die kans is gering, maar bestaat, nu de moeder na haar laatste ontsporing weer thuis is en de drank laat staan, zij het dankzij een maandelijkse injectie van de alcoholremmer vivitrol.
Mijn eega vertrekt in mei naar Moskou en zelf zoek ik contact met Jeugdzorg in ons woonland. „Hoe pak ik de voogdij hier in Duitsland aan?”, vraag ik per mail. Prompt opent zich een labyrint gevuld met gidsen die zonder uitzondering wegwijzers verkeerd zetten. Mij wacht een dwaaltocht door de krochten van de Duitse bureaucratie, met een bonte verzameling kastjes en muren als voornaamste instrument van zich sociaal noemende werkers met een in eelthopen verzande ziel.
Voogdij
Een moeder die haar kind verliest, kan het pijnlijker? Ook al is het haar eigen schuld.
„Mama”, zegt Tim op een dag, „kan ik je even apart spreken?”
„Natuurlijk.” De verheugde moeder neemt het kind mee naar de slaapkamer van het tweekamerflatje.
„Mama, zou je je alsjeblieft niet tegen de voogdij van mijn tante willen verzetten, want daarmee torpedeer je mijn toekomst.”
De jongen papegaait keurig de tekst die hem is ingefluisterd door zijn oudste tante, die gekweld wordt door donkere visioenen over haar zuster die, hersteld in de ouderlijke macht, opnieuw aan de drank raakt, terwijl de middelste tante alweer thuis in Duitsland zit en zij dan zelf opnieuw voogd moet worden. Wat ze niet aankan, dus dan belandt het kind alsnog in een weeshuis.
De moeder vermant zich. „Als jij dat zo wilt, dan is dat wat ik doe.” Ze stormt het huis uit en zwerft die avond door de straten van Moskou. Zonder vivitrol had ze de fles gepakt.
De rechter zet de moeder in augustus uit de ouderlijke macht. Jeugdzorg stelt mijn eega aan als voogd. Maar het kind mag nog niet mee naar Duitsland, want eerst moet onze woning geschikt zijn bevonden. De Moskouse instantie kan de inspectie niet zelf uitvoeren, dus roept zij de hulp in van haar Duitse evenknie in Kleef.
En dat zullen we weten.