31 mrt Liever alleen
Liever alleen
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal alleenstaanden in Nederland tussen 1947 en 2017 gestegen van 285 duizend naar bijna 3 miljoen. Een stijging van 17 procent. Tegelijk blijkt dat een meerderheid van de 50-plussers die gescheiden of verweduwd is, alleen wil blijven wonen. Drie van deze bewuste vrijgezellen vertellen waarom zij hiervoor kiezen.
Tekst Marlies Mielekamp Foto Rob Koppers
Ellis Schoonhoven (56) is kunstenaar. Ofschoon ze pas zeven jaar alleenstaand is, blijkt het zo goed te bevallen dat ze het graag zo wil houden.
‘Na twee lange relaties kwam ik zeven jaar geleden alleen te staan. Alhoewel het vooral mijn initiatief was, was ik verdrietig. Het voelde als falen, zeker ten opzichte voor mijn vijftienjarige dochter. Ik dacht in een zwart gat te vallen, maar bleek het alleen-zijn prima aan te kunnen.
Ik wist meteen: ‘hier komt voorlopig niemand anders voor in de plaats’. Het was de eerste keer dat ik alleen stond en ik vind het steeds fijner worden. Natuurlijk zijn er genoeg momenten dat ik het pittig vind, bijvoorbeeld als ik een opvoedvraag heb. Maar ik vind mijn vrijheid belangrijker en dan bedoel ik ook een vrije geest. Achteraf gezien heb ik in een relatie de neiging die ander op nummer één te zetten. Waar ben ík gebleven in die relaties, vroeg ik me achteraf af.
Ik voel me omringd door fijne mensen en mijn dochter, ik geef veel liefde aan hen. De tijd die overblijft wil ik in mijn atelier doorbrengen. Ik krijg ook veel terug van mensen waar ik mee samenwerk; dat gaat soms verder dan een relatie.
Een groot voordeel is dat ik aan niemand verantwoording hoef af te leggen. Wanneer ik opsta, hoe ik eruit zie, wat en wanneer ik eet, dat bepaal ik zelf. Toen ik afgelopen jaar aan kunstproject Lost Connections werkte, wist ik vaak niet hoe laat ik thuis zou zijn. Ik moet er niet aan denken dat er een partner is die ’s ochtends vraagt: ‘Hoe laat ben je thuis?’. Mijn dochter is de enige die me mag vragen naar huis te gaan.
Als ik ’s avonds laat een stuk wil schrijven, kan dat. Misschien zou een eventuele partner dat ook niet erg vinden, maar ik voel de druk me te verantwoorden. Ik denk dat vrouwen er moeite mee hebben om hun eigen tijd te pakken. Mijn leven nu is vrijheid tot de tiende macht.
In mijn vriendenkring kring zitten veel stellen. In het begin vond ik dat moeilijk en voelde ik me het vijfde wiel aan de wagen. Dat is verdwenen, het enige dat ik vervelend vind, is als stellen op elkaar vitten als ik erbij zit.
Afsluitend kan ik zeggen dat ik veel meer in verbinding met mezelf ben gekomen en daardoor mooie relaties kan aangaan met anderen. Tegen een vriendin die in scheiding ligt, zei ik onlangs dat ze moet beseffen dat mensen het aankunnen om alleen te zijn. Als je er zelf aan werkt, is het beslist niet eenzaam om alleen te zijn.’ ¶