27 jun Gevangenenbewaarder Esther doet aan Jailhouse Rock
Gevangenenbewaarder Esther doet aan Jailhouse Rock

Met haar ruige haardos en bril heeft Esther (57) iets van sixties rockstar Janis Joplin, maar ze is geen zangeres, ze werkt als Penitentiair Inrichtingswerker (PIW’er) in de penitentiaire inrichting (PI) Grave. Dat ze vroeger gitaar speelde in een band, past in het plaatje en af en toe speelt ze zelfs een nummertje voor haar gedetineerden.
Tekst Leo Eijkhout Foto Marcel Krijgsman
Het is nog strikter dan op Schiphol, het binnen-treden van zo’n PI. Je telefoon komt niet binnen, geen nagelknippertje of aansteker, niks. De fotograaf moet daags tevoren precies aangeven welke apparatuur hij meebrengt en dat wordt nauwkeurig gecheckt. Je bent vlotter binnen als boef dan als burger, want alle contrabande, zoals drugs en wapens, moet buiten de deur blijven. Ik kreeg een kijkje achter dit ijzeren gordijn en liep mee met Esther, op een rondgang door het cellencomplex. Precies getimed, want zoiets kan alleen als de gedetineerden op cel zitten.
Muziek achter de tralies
Een ervaren vakvrouw, die Esther, een zorgzame positivo, maar ook eentje met wie niet te spotten valt. Die indruk kreeg ik van haar. Maar eh, muziek maken? “Oh, die gitaar,” vertelt ze, “kijk, ik werk op de Extra Zorg Voorziening (EZV). Daar zitten kwetsbare gedetineerden, die zich op de algemene afdeling niet staande houden. Mannen met psychiatrische aandoeningen, met dementie, autisme of soms blind of hoogbejaard. We hebben hier zelfs negentigers gehad. Nou, soms ontstaat er wat spanning en die speel ik dan weg met een nummertje gitaar. Sterker nog, ik geef er twee les, iedere week. Weet je, de maatschappij ziet ze vaak alleen maar als bajesklant. Wij zien ze als mens-die-een-fout-heeft-begaan, die wordt bestraft, maar vooral als mens.” Dat vindt Esther logisch, want PIW’ers (Penitentiair Inrichtingswerkers) zijn er juist niet om te straffen, dat heeft de staat al gedaan. Zij zien erop toe dat de straf correct, veilig en menswaardig wordt toegepast én dat de bestrafte vaardigheden leert waar hij na afloop iets aan heeft.
Grave huisvest 451 mannen en daar zijn 370 medewerkers verantwoordelijk voor. Esther legt uit wat ze doen aan resocialisatie. “We stimuleren ze, brengen ze vaardigheden bij, ze krijgen onderwijs en hier in Grave doen ze 20 uur per week allerlei productiewerk, betaald. Ze zetten onder andere sportprijzen in elkaar. In andere PI’s leren ze ook een vak als lassen en houtbewerking, want iemand die een vak beheerst en werkt valt veel minder snel terug in de fout. Alles binnen een strakke routine van werken, luchten, onderwijs, recreatie en sport en een uur bezoek per week. Maar verder zitten ze het grootste deel van de dag gewoon op cel, hoor.” Het werk levert € 1,07 per uur op. Dat lijkt weinig, maar de gedetineerden zijn volledig verzorgd met eten, drinken en bewassing, dus al die kosten hebben ze niet. Van de verdiende euro’s kunnen ze wat extra’s kopen zoals een pak shag of wat te snoepen.
Mannen en vrouwen
“Hoe die mannen zich gedragen naar vrouwelijke bewaarders? Nou allereerst, wij kunnen tegen een stootje. Soms fluiten ze wel eens naar ons,” ze lacht, “en als ze dat naar mij doen zeg ik: Zo, jíj zit al lang vast zeg!” Humor in het gevang, dat werkt het best volgens Esther. Maar ze krijgt ook gevatte grappen terug. Eentje zei eens bloedserieus tegen haar en een collega: “Ik heb een probleempje, eh… kan katoen roesten?” De PIW’ers keken elkaar bevreemd aan en zeiden dat dat niet kan. “Nou, dan heb ik vannacht in mijn boks gekakt,” was het antwoord en alle drie proestten ze van het lachen.
“Maar het is hier heus niet de hele dag grappen en grollen, hoor. Er heerst 24/7 strikte discipline, want ze zitten hier natuurlijk niet, ja voor de grap. En vergis je niet, er is hier ook wel eens een incident, een vechtpartij of zo. Daar maken we rapport van op en beslist de directeur welk staartje dat krijgt. Iemand krijgt dan een aantal dagen ‘celstraf’, ofwel de hele dag op cel. Alleen een uur luchten, verder niets. En als het echt de spuigaten uit loopt gaat ie in de isoleer. Dat is een volledig kale cel, geen TV, geen boekje, niks. Dan is het 23 uur per dag nadenken over hoe je zoiets de volgende keer gaat aanpakken.”
Bezoek en contrabande
“Ze hebben recht op één bezoekuur per week,” vertelt Esther, “maar ze mogen het bezoek niet of nauwelijks aanraken en vooral niet uitgebreid knuffelen. Dat is nou eenmaal een risicomoment voor het smokkelen van contrabande. Zoals via een mondzoen, want bijvoorbeeld telefoontjes zijn tegenwoordig zo klein als een duimpje. Het is trouwens strafbaar. De gedetineerde krijgt dan een interne sanctie opgelegd, die bezoeker is drie maanden niet welkom én krijgt Justitie op het dak.” De PIW’ers houden regelmatig inspecties op cel, vaak met een drugs- of telefoonhond erbij. “Trouwens… ook wij als PIW’ers gaan iedere dag door de beveiliging. Maar goed, bijna alle bezoek komt alleen voor hun familielid. Vaak maak ik even een praatje met ze, over hoe het gaat met de gedetineerde, zijn doen en laten. Zo maakte ik laatst een moeder blij. Haar zoon, 18 jaar, was thuis gewend niets, maar dan ook niets te doen. Die schrok wel even hier toen hij hier kwam. Dus hem heb ik geleerd te wassen, strijken, koken en bovendien dat dat in de maatschappij normale, dagelijkse kost is.”
Autisme
Op de EZV zit dus een kwetsbare groep en dat vergt meer flexibele begeleiding. Zo wilde een licht autistische jongeman een cake leren bakken. “Dan zorg dat je de ingrediënten verzamelt,” zei Esther hem. “Enfin dagen later, wij aan de slag, tikt ‘ie het eerste ei, wat denk je, een gekookt ei. Die had ‘ie bewaard van z’n ontbijt.” Ze legde hem uit dat het een rauw ei moest zijn. “Maar dan zie je dat autisme, want hij had gelezen ‘neem 4 eieren’ en een ei is een ei.” Dat had nog wel iets grappigs, maar Esther vertelt ook van een andere jongeman, met zwaar autisme. Hij viel buiten de groep, had volgens de anderen ‘iets engs’ over zich en werd genegeerd. “Die jongen trok zich volledig terug op cel, totdat hij mij toevertrouwde dat hij zijn accordeon zo miste. Laat ik die nou eentje hebben. In overleg met de leiding nam ik dat ding mee en ik liet hem z’n gang gaan en wow… wat kon die gast spelen! Ook zijn medegevangenen waren diep onder de indruk en tijdens recreatie mocht hij regelmatig wat nummers laten horen. Van verschoppeling werd hij het binkie van de afdeling. Kijk, dat is voor ons als team een dikke kers op de taart.” Zo vertelt Esther ook van een dementerende man, die na zijn voorlopige hechtenis naar een definitieve gevangenis ging. Ze mogen dan een plaats van voorkeur opgeven en hij koos Roermond. “Waarom Roermond, vroeg ik hem, maar dat wist hij eigenlijk niet. Ik legde hem uit dat zijn kinderen in Noord-Holland wonen en dat zij telkens een hele dag kwijt zouden zijn om hem te bezoeken. Enfin, op het nippertje kreeg ik hem overgeplaatst, op twintig fietsminuten van zijn kinderen. Ook dat was zo’n kers.” Maar altijd is er die rauwe keerzijde: een gevangenis als Grave krijgt van alles binnen. Van mannen die maar een paar dagen hoeven te zitten wegens een niet-betaalde boete, tot types in voorlopige hechtenis die van zeer ernstige misdrijven worden verdacht, tot mannen met schizofrenie of psychopathie. “Maar na 35 jaar,” zegt Esther tot slot, “ga ik nog iedere dag met veel plezier naar mijn werk. Ik was vandaag eigenlijk vrij, maar ik wilde dit echt graag vertellen en laten zien.” En dan ontsluit ze de deur naar de vrijheid. Weer buiten zag ik de befaamde kleuren van kunstenaar Jaap Hillenius op de gevangenismuur. Hij zette de tonen van het zangstuk ‘Ontvoering uit de Harem’ van Mozart, om in kleuren. Tja.
Maar het zijn kanjers, die PIW’ers en al hun collega’s. Niet zelden vormen ze voor iemand de sleutel naar een wat betere toekomst…
Brenda Meuleman (52) groeide op in Bemmel. Ze doorliep het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen en studeerde bedrijfscommunicatie en kunstgeschiedenis aan de Radboud Universiteit. Tegenwoordig werkt ze samen met haar man Arnold Wegh in zijn groothandel in kunst en antiek. Die staat in het uiterste noorden van Nijmegen, het vroegere Oosterhout, waar ze samen met hun twee zoons naast wonen.
In 2016 verscheen haar eerste historische roman, Het verraad van Julia. Daarna volgden in 2017 Felle streken over de kunstschilder Antonie van Dijck en in 2021 Engel van Mesopotamië over de Britse ontdekkingsreiziger Helen King.
Haar laatste boek is Ik zie je aan de overkant (Uitg.: Luitingh Sijthoff) dat zich afspeelt tijdens de tweede wereldoorlog vlak voor en tijdens Operatie Market Garden. Het beschrijft die dramatische gebeurtenissen gezien door de ogen van drie Nijmeegse vrouwen, een moeder en haar twee dochters, en een Amerikaanse parachutist. Zij plegen soms bewust en soms bij toeval verzetsdaden. Dit heeft grote gevolgen voor de verhoudingen binnen dit gezin en uiteindelijk voor hun eigen leven.